Dag 12 – woensdag 25/07:
Watervallen
Rond 7.30 uur staan we op. We ontbijten en geven aan de boer twee
blikjes Jupiler voor de gastvrijheid. Onze eerste stop voor vandaag is het
Fulufjället nationaal park, op de grens met Noorwegen. Dit park heeft de
hoogste waterval van Zweden, de Njupeskär, 125 meter hoog, waarvan het water 93
meter loodrecht naar beneden stort. Aan de ingang van het park is een
informatiecentrum over de lokale fauna en flora. Aan het aantal auto’s op de
parking kunnen we opmaken dat het hier een zeer toeristische attractie is. Dan
wandelen we naar de watervallen, zo’n 2 km verderop. Het wandelpad is duidelijk
voor toeristen aangelegd, wat een verschil met de wandelpaden van de vorige
wandelingen. Als het pad ophoudt aan de waterval, gaan we nog verder tot aan de
voet van de waterval. Via een ander pad wandelen we terug naar de bus.
We rijden verder naar Idre, waar we inkopen doen voor de trekking van
de volgende dagen. Nadien rijden we naar Käringsjön, het startpunt voor de
trekking. Onderweg komen we veel rendieren tegen.
Deze dieren hebben blijkbaar geen schrik van auto’s, want ze blijven gewoon
rustig op de weg lopen en gaan pas op de laatste moment uit de weg voor ons
minibusje. Voor wandelaars blijken ze wel bang te zijn; rare beesten! Even
menen sommigen onder ons ook een eland waar te nemen, maar we rijden niet terug
om te gaan kijken. Later wordt ons verteld dat er hier, op dit moment van het
jaar, geen elanden zitten. Op een wei installeren we vier tenten. Er
staat ook een houten hutje waar we kunnen eten. Maar eerst gaan we onze
rugzakken voor de trekking klaarmaken. Naast persoonlijke bagage moet het eten
en de tenten verdeeld worden. Nadien kunnen we aperitieven en aan het eten
beginnen, rijst met vis en vlees. ’s Avonds eten we nog marsh mellows die we in
het kampvuur verwarmen. Om 23.00 uur gaan we slapen. Buiten is het nu nog
licht, dit zal bijna heel de nacht zo zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten